Kruikeduikers

Duikvereniging de Kruikeduikers

  • Home
  • De vereniging
  • Opleidingen
    • Eén sters duiker
    • Twee sters duiker
    • Drie sters duiker
    • Scubadoe
  • Links
  • Verslagen
    • Foto’s
    • Filmpjes
  • Ledenpagina
  • Evenementen
  • Contact

Mozambique, mei 2011

Zoals onze meeste duikcollega’s wel weten zijn Noud, Paul, André en ik (Piet) een weekje gaan duiken in Tofo, een dorpje aan de Indische oceaan en gelegen in Mozambique. Mozambique is een oude Portugese kolonie, en men spreekt er uiteraard bijna uitsluitend Portugees.

We hebben de reis geboekt bij www.divingworld.nl , waar we ook onze Egyptereizen in januari  meestal boeken. De eerste offerte die we kregen was aanzienlijk duurder dan onze reis van vorig jaar, maar na lang overleg en zoeken heeft Saskia van Diving World de reis anders samengesteld dan gebruikelijk, wat een aanzienlijke besparing op de reissom op leverde. Wel vlogen we dan over Londen Heathrow (British Airways) wat ik als een zeer log vliegveld beschouw. Geen goede ervaring mee. Niet dat er veel  fout ging, behalve dat Paul zijn duiktas bij terugkomen miste, maar wel vanwege de zeer vele controles en “dubble checken”, wat tot resultaat gaf  dat we op een haar na onze terugvlucht van Londen naar Amsterdam misten. We hadden bijna 2 uur de tijd  om via “transvers” ons vliegtuig te bereiken, maar het bleek amper genoeg!  Zelfs de instapkaarten hadden we al! Gelukkig is de tas van Paul een dag na aankomst bij hem thuis afgeleverd. De vlucht van Johannesburg naar Inhambane (20 minuten van Tofo) gebeurde met een propellervliegtuig. Later hoorden we dat die maatschappij (LAM) in Europa op de zwarte lijst staat. Wel zag ik dat de 2 piloten steeds zelf het vliegtuig grondig controleerden. Moet dat een veilig gevoel geven,  of net niet? De stewardess was dezelfde van vorig jaar, dát gaf me een veilig gevoel.

Het verblijf in Tofo was in een perfect gelegen “hut”, boven op een zandduin, met een geweldig zicht over de Indische oceaan. Onze hut was een op palen staand houten gebouwtje, met alle voorzieningen die je van een hut mag verwachten. Vooraan een  overdekt balkon met 2 hangmatten. Binnen  een keukentje en achterin een slaapplaats bestaande uit 3 kamers met één maal een dubbel bed, en 2 maal met 2 enkele bedden. Plaats genoeg. Verder was er een wasgelegenheid met douche. Dat je overal naar buiten kon kijken is vanzelfsprekend: een waterpas kennen ze niet en de pannen zijn palmboombladeren. Verder zie je in en om de hut regelmatig gekko’s (soort hagedissen), apen en groene slangen van wel 1 meter lengte. Ongevaarlijk overigens. Er waren 5 hutten met elk een huishoudman (uit één familie). Onze man (John) maakte de bedden op, deed de keuken en bracht boodschappen van de markt mee, naar onze behoefte. Ook schoof hij steeds mijn klamboe open zodat er voldoende muggen in konden,  die mij ´s nachts wakker hielden (duurde even voor ik dat doorhad).

Het ontbijt was inclusief, en hij zorgde ervoor dat de koelkast vol bleef. Ook maakte hij het avondeten indien we dat wilden. Eén maal hebben we barracuda met rijst gegeten, een andere keer zwaardvis (of zo iets), ook met rijst. We hebben hem tevens  een keer kip met aardappelen laten maken. Alles kwam vers van de markt, en de vis werd soms direct van de vissersbootjes gekocht. Hij maakte  steeds voldoende (zeg maar: veel te veel) want hij wist dat hij de overschot mee naar huis mocht nemen. Zijn “huis” was 5 km lopen van ons vandaan. Het mag gezegd worden dat we absoluut geen klachten over hem hadden, en we gunden hem graag die overschot, want ze zijn daar zo arm als de straat. Helaas heeft hij de laatste dag zijn fooi niet kunnen ophalen, want zijn vader, die  ook bij onze hutten werkte (en de baas was), zei dat hij zwaar ziek in bed lag (hoge koorts) met malaria. Goed dat wij dagelijks onze malariapillen namen, want er was een groot overschot aan muggen en er heerste malaria in het dorpje. We hebben de vader dan de fooi maar gegeven en hopelijk geeft hij die aan zijn zoon.

De keren dat onze huisman  niet voor ons kookte zijn we gaan eten in plaatselijke  restaurants. Steeds erg lekker en goed (veel zeeproducten  natuurlijk) en voor een redelijke prijs.  Onze plaatselijke reisagente, Amaya, een erg leuke Spaanse schone die perfect Engels en Portugees spreekt, heeft ons door alle moeilijke periodes heen geholpen. Ze heeft dus weinig tot niets hoeven te doen, behalve af en toe wat geld wisselen. Dollars in Meticals (in het kort: Mets). Je hoefde ze maar te bellen en ze stond binnen 10 minuten voor de deur (haar huis stond amper 10 minuten van onze hut).

Het minder leuke die week was dat op de laatste volle dag dat wij daar waren een lokale (speer)visser verdronken is. Het bleek een neef van onze huisjongen te zijn, en het hele dorp was in rouw. Waarschijnlijk heeft hij de diepte onderschat (20 meter), en met enkel een bril maak je weinig kans bij een fout. Speervissen is bij ons verboden  en in Mozambique mag het ook alleen maar zonder perslucht. Als je daar bent en je ziet met wat voor moeite ze vis vangen (in kleine houten bootjes enkel met roeispanen en wel 5 km uit de kust soms met hoge golven), dan gun je ze dat, ook al zie je de vis liever levend, zeker als duiker. Wat ze daar weg vangen, met netten, speer of hengel, staat tot geen verhouding met wat wij westerlingen doen met onze boten.

De temperatuur overdag was 27 à 30  graden en ´s nachts zakte die tot onder de  20 graden. Er was wel steeds een beetje wind, maar niet te veel om het duiken te beïnvloeden. De watertemperatuur was ong. 24 graden, voor ons ideaal, voor de mensen daar erg koud! ´s Avonds om 18.00 uur was het donker en ’s morgens rond 06.00 uur weer licht. Vergelijkbaar met Egypte.

Het dorpje.

Tofo is een toeristisch gat in Mozambique langs de oostkust van Afrika. Het land is ingesloten door Zuid Afrika, Zambia en Tanzania. De enige toeristen die je daar ziet zijn duikers die je meestal op één hand kunt tellen en een aantal verdwaalde Zuid-Afrikanen met grote auto’s, die ze volgens mij liever niet zien. Bij “de markt” moet je denken aan een groot plein bestaande uit zand en afvoergoten van riolering en tegen elkaar geplakte kraampjes uit golfplaten en palmboombladeren en vooral stinkend naar vis. `s Morgens rond 07.00 uur is men aanwezig tot rond 20.00 uur. Wanneer er geen klanten meer rondlopen, pakken ze alles in  en gaan naar huis. Eén voet op hun zandvlakte en je wordt van alle kanten “aangevallen” door verkopers(sters), die je vis, kreeften, inktvissen en alles meer wat de zee te bieden heeft, aanbieden. Meestal voor een veel te hoge prijs, maar of je dat betaalt ligt aan je zelf. Omdat wij het klappen van de zweep niet voldoende kennen (waarschijnlijk koop je vis van gisteren) lieten wij de inkopen voor het avondeten  over aan onze huisjongen. Wat we wel kochten waren de groeten, zoals tomaten, uien, knoflook  en natuurlijk ons dagelijkse portie 2M en water. Als  lastdieren droegen we de zware tassen naar onze hut, wat betekende dat we ongeveer 500 meter  bergop door los zand moesten ploeteren, en op het laatst nog een trap op van naar mijn gevoel 788 treden. Bek af waren we en dat vroeg dan ook meteen om een 2M.                                                                                                                                                             In het dorp waren een paar duikclubs, en de onze heette “Diversity”. Hoe kom je op zo´n naam! Blijkt toch een internationale club te zijn die duikscholen in verschillende landen heeft, en ook zeer professioneel werkte.

Het duiken.

Dagelijks worden er 2 duiken gemaakt. Soms varen ze uit met 2 flessen per duiker en soms wordt er tussen de duiken teruggevaren naar de kust, om een paar uur later weer uit te varen. Wij namen steeds 2 flessen per persoon mee. Meestal zaten we met max. 8 duikers op de rubberboot, met 2 begeleiders en de stuurman.

Er wordt verwacht dat je ´s morgens om 07.30 uur aanwezig bent op de duikbasis. Dat deden we uiteraard te voet en gelukkig bergaf. We controleerden eerst onze nitrox, en bouwden dan onze fles (alu 12 of staal 15 liter, enkele kraan) op. Tijdens de briefing wordt alles door de hulpjes ingeladen op de rubberboot van 8 meter met twee buitenboordmotoren van elk 85 pk  en men rijdt die dan met een aftandse Toyota naar het strand. Wij volgden, na de briefing, in ons duikpak.                                                                                                                   Het lanceren van de boot in de zee is een belevenis op zich maar simpel. Je rijdt heel hard achteruit in de zee tot je niet verder kunt, en rijdt dan met een rotvaart weer vooruit. Alles wat er dan achterblijft is de boot (als het goed is). Die moet dan onmiddellijk gedraaid worden, want anders wordt die door de branding weer terug gegooid. Daarna wordt de boot met vereende krachten zo ver mogelijk de zee ingetrokken zodat de branding minder vat heeft, terwijl de stuurman de motoren start. Leuk om te zien hoe de kleine mannekens onder ons (raden wie ik bedoel) dan weer aan boord klimmen. De stuurman vertrekt dan met hoge snelheid door de branding naar open zee. Het enige wat je dan als duiker moet doen is vasthouden,  met handen en voeten. De boot heeft op de bodem lussen, waar je je voeten in kunt steken voor meer houvast. Absoluut noodzakelijk! Als je dan de duikstek bereikt hebt, na 30 minuten tot max 50 minuten, afhankelijk van de stek (is altijd een “cleaning station”), wordt je lood en daarna je set aangegeven. Erg praktisch, waarna je in één of twee groepen overboord gaat. De duikleider heeft meestal een volgboei bij zich, zodat de stuurman van het bootje steeds kan zien waar de groep zich bevindt. Tevens heeft de lijn van de volgboei als doel om duikers die wat meer lucht gebruiken, op het einde wat hoger te kunnen laten  hangen, terwijl ze de lijn kunnen volgen en zo niet afdwalen (niet voor ons dus). Tussen de duiken wordt water verstrekt en koekjes of stukjes kokosnoot. Terwijl je daar ligt te dobberen wordt naar walvishaaien gespot.

Het terug aan land komen is ook een belevenis. De stuurman zoekt de juiste golf uit en katapulteert de boot op het strand. Het is de bedoeling dat de rubberboot op zijn kiel een stuk het strand op schuift, zodat de impact op de inzittenden niet zo groot is en dat de boot blijft liggen en niet teruggegooid wordt door de branding. Wat je als duiker moet doen is: vasthouden met handen en voeten. Eén keer ging het grondig fout bij ons. Door verkeerde communicatie met de wachtende Toyota, klapte de boot met een knal in een gat aan de waterlijn, in plaats van door te schuiven. Een soort frontale botsing, waarbij we onmiddellijk uit de boot moesten springen omdat die dreigde te kantelen door de hoge golven van de branding. Géén leuke ervaring, maar wel weer overleefd.

Wat is er onder water te zien.

Elke duik is speciaal. Vanaf de eerste duik, steeds rond de 30 meter, zagen we enorme manta’s, allerlei soorten haaien zoals de white tip rifhaai, dolfijnen, de zeer grote leopard shark en de laatste dag zagen we  de zeldzame gitar sharks. Op één duikstek  zagen we zelfs een koppel, ze lijken erg op prehistorische dieren van wel 2,5 meter lang!! Verder zie je enorme grote en speciale murenes, schildpadden van ongekende afmetingen, tandbaarzen waar je bang van wordt, zeeslangen en natuurlijk veel herkenbare vissen die je ook in Egypte ziet. De meeste grote vissen zie je het best indien je laag bij de grond blijft en zeker niet op de dieren afzwemt. Nieuwsgierig als ze zijn komen ze dan over je heen gezwommen, zodat je ze nog beter kunt observeren. Het koraal is niet zo uitbundig als in Egypte, de bodem is redelijk vlak, maar vanwege de zon zie je toch veel kleuren. Echter het aantal vissen en de afmetingen ervan overtreft Egypte ver. Eén duiker onder ons beweerde zelfs nooit meer naar Egypte te gaan!  Zoals al gezegd wordt er tussen de duiken door (intervaltijd van min. 1 uur), of onderweg van en naar de duikstekken, uitgekeken naar walvishaaien. De eerste drie dagen hebben we er geen gespot en ik had de hoop al een beetje opgegeven. De week vóór ons bezoek had men ook al niets gespot. De vierde dag was het toch raak. Bij de heenreis naar een duikspot zag onze begeleidster een zwarte vlek in het water. Misschien maar 200 meter uit de launchplaats. Meteen greep iedereen naar zijn/haar vinnen en bril met snorkel. Fantastisch om dat beest zo door het water te zien glijden!! Redelijk makkelijk te volgen, zeker voor ons met onze vrijdagavondtraining nog in de benen. Als het beest te ver uit de buurt raakt, wordt je weer opgepikt door de rubberboot en opnieuw gedropt in zijn buurt. Dit hebben we daags daarna nogmaals meegemaakt. Zo´n haai kan blijkbaar wel 15 meter worden, maar onze exemplaren waren wel wat kleiner, wat niets afdeed aan ons enthousiasme.                                                                                                                                     Wat we ook zagen, het zelfde als vorig jaar, is dat er op de duikbasis verschillende personen waren die voor hun  “Paddy open water” trainden. (Europeanen die daar hun vakantie aan opofferen). Hier is men zeker een aantal weken mee bezig en wordt zeer grondig aangepakt. Ons leek dat de NOB hier nog een puntje aan kan zuigen!

Nachtleven.

Ons nachtleven begon ná het avondeten: soms om 19.00 uur soms een uurtje later, indien we uit eten gingen. Wat hield ons nachtleven in? Rikken! Maar dan moet je toch met 4 rikkers zijn, zul je zeggen. Inderdaad, maar wij verstonden de kunst om van een niet-rikker binnen enkele uren een rikker te maken. Gewoon een kwestie van hem de huid vol te schelden. Dan leert hij snel! Bedtijd: 22.00 uur, of een half uurtje later. De dag moest nog even doorgenomen worden op het balkon, nog een sigaartje en een cognacje en dan naar bed. De volgende dag begon immers om 06.00 uur!

Conclusie.

Een fantastische ervaring met een uitstekend gezelschap (vind ik, ik weet niet wat de anderen er van vonden). Voor Noud en mij is dit de tweede keer, maar deze keer was zeker ook zeer geslaagd, mede vanwege de grote variatie aan vis). Wat we vorig jaar niet zagen is dit jaar rijkelijk vergoed. Totale kosten, alles inclusief (uit en thuis) rond de € 2000,- max. Uitstekend voorbereid door Diving World en de plaatselijke agente in Mozambique Amaya. (www.travel2mozambique.com)  Indien er interesse is voor deze reis zijn wij graag bereid hierover meer informatie te geven. Naar verwacht zullen de foto´s en filmpjes van Noud en André ook nog wel op de website van de Kruikeduikers verschijnen. Ook hebben we een onderwaterfilm, waarin wij vieren de hoofdrol spelen. Wie weet waar een volgende reis ons naar toe brengt. Tot ziens, hopelijk ergens  aan de waterkant,

Noud, Paul, André en Piet.

 

Kwisvraag: wat zou 2M nou weer zijn?

Tipje van de sluier: verkrijgbaar in blik of fles en wordt gebrouwen in Mozambique.

 

Geef een antwoord Reactie annuleren

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Inloggen

Inloggen voor het ledendeel.

Wachtwoord vergeten?

Copyright © 2023 · Webbouw: Bronwasser Websites in WordPress